BROEDERSCHAPPEN.

Eeuwen geleden werd de Meierij mede getekend door ambachtsGilden, schuttersGilden en broederschappen. De ambachtsGilden hadden een maatschappelijk economisch doel, de schuttersGilden waren min of meer godsdienstig gekleurde semimilitaire organisaties, terwijl de kerkelijke broederschappen vooral een godsvruchtige betekenis hadden.

In de loop van de 15e en 16e eeuw werden er in meerdere dorpen in de Meierij broederschappen opgericht met als doel het bevorderen van de religieuze beleving en het beoefenen van de christelijke deugden. De leden van de broederschap ondersteunden kerkelijke vieringen, verzorgden plechtigheden in de kerk, gaven glans aan processies, begroeven hun doden en hadden op gezette tijden een gezamenlijke maaltijd. Ze vereerden in het bijzonder hun patroonheilige, aan wie ze veelal een altaar dan wel een kapel hadden toegewijd. Toen bisschop Masius in 1603 Liempde tot een zelfstandige parochie verhief en de St. Janskapel tot parochiekerk benoemde, stond er een altaar in dat toegewijd was aan Antonius Abt.

De mannen en vrouwen, die lid waren van de broederschap wilden voor elkaar en anderen iets betekenen. Door te bidden, te offeren en door werken van barmhartigheid lenigde men noden en wapende men zich tegen de plagen van de late middeleeuwen, zoals oorlogen, misoogsten, plunderingen, brandstichtingen, armoede en besmettelijke ziekten.

Lijders aan de pest hadden verzorging nodig, ondanks het daaraan verbonden gevaar. Priesters en leken hebben zich hiermee belast en velen van hen zijn daar het slachtoffer van geworden.

In meerdere plaatsen werden broederschappen of Gilden opgericht, waarvan de leden onder andere de zieken verzorgden voor zo ver de eigen huisgenoten dit niet konden. Zij begroeven de doden en zorgden voor de ontsmetting van de huizen, waarin een pestlijder was gestorven.

Als voornaamste beschermheilige vereerden zulke broederschappen de Egyptische kluizenaar Antonius Abt. Aan hem, zo neemt men aan, is het ontstaan te danken van de vele kapellen, die op afgelegen plaatsen werden gebouwd. Bij deze Antoniuskapellen konden de huisgenoten van pestlijders samenkomen om te bidden, om getroost te worden dan wel om bescherming te vragen. Vanwege het besmettingsgevaar mochten ze niet met gezonde mensen in aanraking komen.

St. Antonius Abt was bij vele broederschappen de beschermheilige bij uitstek.
Hij is de patroon van de wevers, slagers, suikerbakkers, begrafenisondernemers, mandenmakers, zwijnenhoeders, varkens en huisdieren.

Dat ook Liempde de pest niet onberoerd heeft gelaten, blijkt uit het bestaan van een St. Antonius broederschap (Gilde) en een St. Antoniuskapel in de buurtschap Kasteren op de grens met Sint-Oedenrode.

VAN BROEDERSCHAPPEN NAAR SCHUTTERSGILDEN.

Naast de broederschap van St. Antonius Abt kende Liempde in de 16e eeuw nog twee broederschappen, te weten de broederschap van de H. Barbara en de broederschap van de H. Catharina. Uit deze kerkelijke genootschappen, ook wel Gilden genoemd, zijn de drie schuttersGilden ontstaan, waarvan vooral mannen, op enkele uitzonderingen na, lid waren.
In de tweede helft van de 16e eeuw gaat bij meerdere broederschappen het ontspannings-element een rol spelen. Men schaft wapens aan en gaat op de vogel schieten. Het exacte tijdstip van omvorming is niet bekend. Achteraf is gebleken, dat de Gildebroeders op een bepaald moment de boog zijn gaan hanteren, waarbij opgemerkt dient te worden dat dit niet bij alle broederschappen in de Meierij het geval was.

Na de inname van Den Bosch in 1629 namen de protestanten het heft in handen. IJverige predikanten spoorden de Overheid aan tot het uitvaardigen van voor het Gildewezen ongunstige verordeningen.

Na de vrede van Munster in 1648, toen de Republiek der Verenigde Nederlanden haar officiële erkenning kreeg en Staats Brabant onder de heerschappij van het overwegend protestantse Noorden kwam, werd het nog erger. De uiterlijke verschijningsvorm van de schuttersGilden strookte niet met de hervormde opvattingen. De afbeelding van de patroonheilige op het vaandel rook naar afgoderij en ook het Bourgondische kruis kon niet door de gereformeerde beugel. Vooral ook het met slaande trom en vliegend vaandel over straat trekken, vond men provocerend en stoorde de zondagsrust. Ook ergerde men zich aan het gedrag van de Gildebroeders tijdens de jaarlijkse teerdag en het koningschieten. Dit alles werd verboden. De gereformeerde godsdienst moest in de Meierij ingevoerd worden. De katholieke godsdienst werd verboden.

Met de komst van de Franse Revolutie op het eind van de 18e eeuw kregen de katholieken weer vrijheid van godsdienst en konden de Gilden weer openlijk naar buiten optreden.

DRIE SCHUTTERSGILDEN

Hoe het ook zij. In het begin van de 19e eeuw had Liempde drie schuttersGilden te weten het CatharinaGilde, het BarbaraGilde en het Antonius Abt Gilde. Aan deze Gilden was een schutterij verbonden.

Het schieten met de boog was een vorm van vermaak. De Gildebroeders schoten om “den koningseer” op een houten vogel, ook wel papegaai genoemd. Om het vogelschieten te bevorderen werd gebruik gemaakt van een schutsboom. Deze schutsboom was eigendom van de gemeente en stond bij het gemeentehuis.
Naast het op eigen wijze gestalte geven aan het broederschapsideaal kwamen de Gildebroeders samen bij bepaalde gebeurtenissen, zoals onder andere bij een huwelijk dan wel een begrafenis van een Gildebroeder of Gildezuster.
Wanneer de leden van de Liempdse broederschappen met de kruisboog zijn gaan schieten, is niet bekend.
Ook aan vieringen binnen de kerk zoals bij een processie en aan bijzondere evenementen in het dorp gaven de Gilden kleur. In de tijd dat keizer Napoleon de lakens uitdeelde, werden de Gilden ingezet om bijvoorbeeld de herdenking van de slag bij Austerlitz op te luisteren.
Bij het bezoek van Lodewijk Napoleon aan de Meierij garneerden de Gilden de route.
In Liempde stond destijds het Gilde van St. Antonius Abt de koning op te wachten.

ONDERGANG EN HEROPRICHTING

De 23 mei 1864 was een fatale dag. Op die dag brak er op het Kerkeind in Liempde brand uit. De pastorie, de schuurkerk en niet minder dan 13 huizen gingen in vlammen op. De zilveren schilden en attributen van de Gilden, die in het Gildehuis dan wel op de pastorie bewaard werden, gingen verloren. De schade aan rouwmantels, die bij begrafenissen verhuurd werden, aan zilverwerk, trommen, vaandels en sluiers enz. enz. van het St. Antonius Abt Gilde alleen al bedroeg ƒ 290,00. Mogelijk door het verlies van deze bezittingen, alsmede door de negatief kritische houding van de katholieke geestelijkheid tegenover de Gilden, door de opkomst van de doelschutterijen bij enkele plaatselijke herbergen en door het feit dat ze niet meer aan hun doel konden beantwoorden, verdwenen de Gilden in de tweede helft van de 19e eeuw geruisloos van het Liempdse dorpspodium.

Na een stilte van ruim honderd jaar stelde Roger van Laere in 1984 binnen de gelederen van de heemkunde Stichting Kèk Liemt de vraag: Is heroprichting van een Gilde in Liempde mogelijk?
Een paar jaar eerder immers was er in de buurtschap Kasteren een St. Teuniskapel heropgericht. Bovendien was er sprake van een herwaardering van de Gilden in het algemeen. Het bleef niet bij een vraag. In oktober 1985 lag er in de brievenbus van de Liempdse mensen een uitnodiging voor een informatieavond.
Deze bijeenkomst wakkerde de smeulende Gildevonk aan.
Op 12 december 1985 vond de eerste vergadering plaats onder leiding van Roger van Laere, de voorzitter van Kék Liemt. Kernvragen die avond waren: wat hebben we nodig om tot de heroprichting van een Gilde te komen en hoe benaderen we eventuele aspirant-leden. Tevens werd de wens geuit om deel te nemen aan de eerstkomende viering van het St. Teunisfeest in Kasteren en het Gilde in wording te noemen naar St. Antonius Abt, de patroonheilige van het grootste Gilde van weleer. De H. Catharina en de H. Barbara zouden middels een symbool op een toekomstig vaandel kleur geven aan de man, die in de 3e en 4e eeuw leefde, aardse rijkdommen verachtte en onafgebroken streed tegen de machten van het kwaad.

Op 21 juli 1986 vond in de herberg Het Wapen van Liempde de officiële heroprichtings-vergadering plaats. Met de goedkeuring van de veel besproken statuten was de heroprichting van het Gilde van St. Antonius Abt Liempde een feit.

Nadere informatie verkrijgbaar via: Gildesintantoniusabtliempde@gmail.com

Bron: “Het Liempdse Gilde”
Auteur: Hoofdman Roger van Laere
Uitgave: Gilde Sint Antonius Abt Liempde

Gilde Sint Antonius ABT Liempde op beeld: